Scheepswerf aan het Winschoterdiep

Aan het oude Winschoterdiep was tot voor de Tweede Wereldoorlog scheepsbouw voor de kustvaart een belangrijke activiteit. In de jaren daarna is de scheepsbouw helemaal naar het nieuw gegraven Winschoterdiep verplaatst, waar al vanaf het begin van de twintigste eeuw schepen gebouwd werden. Tot nu toe is dat een wezenlijk onderdeel van de industriƫle activiteiten van Hoogezand. Er waren echter ook scheepswerven, die economisch niet meer rendabel waren. Een van die werven is nu in bedrijf als scheepsreparatiewerf voor de pleziervaart. De grote hallen doen vooral dienst als stalling.

In de gebouwen van deze scheepswerf is een belangrijk deel van de geschiedenis van Westerbroek, onderdeel van de gemeente Hoogezand-Sappermeer, zichtbaar. Bovendien zijn in de constructie van de gebouwen waardevolle onderdelen aanwezig die informatie geven over de bouw van industriƫle objecten als hallen en loodsen.

De oudste gebouwen, van 1917, zijn de smederij, de grote loods ernaast en het kantoor. In de smederij zijn Polonceauspanten gebruikt voor de dakconstructie en in de loods Belgische spanten. Ze zijn geklonken. Vooral de Belgische spanten zijn bijzonder, omdat ze haast niet voorkomen. Tot de constructie van die spanten behoren ook de ijzeren staanders.

De timmerwerkplaats aan het andere eind is na de Tweede Wereldoorlog gebouwd. Het dak wordt daar gedragen door dubbele Polonceauspanten, die gelast zijn. De ruimte tussen het kantoor en de werkplaats is daarna overdekt. De constructie van dat dak bestaat uit halve lensliggers, die hoogst waarschijnlijk uit de scheepsbouw zelf afkomstig zijn.

In 1955 werd een loods tegen de bestaande aangebouwd voor de vervaardiging van scheepsspanten. Voor de dakconstructie zijn daar Engelse spanten gebruikt. Die zijn gelast. Het metselwerk van deze uitbreiding, in noords verband, is kenmerkend voor de naoorlogse periode, waarin nog aandacht voor de esthetiek bestond.