Dendrochronologisch onderzoek in Schoonebeek

Rond 1830 werd heel Nederland voor het eerst officieel in kadasterkaarten vastgelegd. Tot dan toe waren er natuurlijk ook al tal van kaarten voor allerlei verschillende doeleinden gemaakt, maar niets was zo exact als de kadasterkaarten. De grenzen van alle percelen werden nauwkeurig vastgelegd en op de percelen waar dat van toepassing was, ook de bebouwing. De eigenaar, niet per se de bewoner, werd daarbij in de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel vermeld. Alles voor de belasting vanzelfsprekend, maar men wist uiteindelijk ook precies wat van wie was.

Ook Schoonebeek werd opgemeten. De verzamelkaart dateert uit 1829, de gedetailleerdere kaarten moeten dan ook in diezelfde periode gemaakt zijn. Schoonebeek is een dorp in het zuidoosten van

Drenthe. Het bestaat uit vier woonkernen: Westersebos, het kerkdorp Schoonebeek zelf, Middendorp en Oostersebos.

In Schoonebeek is de Stichting Poppen actief. De doelstelling van de stichting is om de geschiedschrijving van Schoonebeek te bevorderen. Alle huidige boerderijen die op dezelfde plaats staan als op de eerste kadasterkaarten is aangegeven, zijn geïnventariseerd.

Door middel van dendrochronologisch onderzoek kan nu vastgesteld worden hoe oud de daadwerkelijke constructies van de boerderijen zijn. De informatie die dat oplevert, kan weer een heel nieuw inzicht opleveren in de geschiedenis van Schoonebeek.

Alle boerderijen die onderzocht zijn, hebben een ankerbalkconstructie. De resultaten geven aan dat er tussen de inventarisatie van de boerderijen voor de grondschatting en de waardering van huizen en hoven in 1654 en de huidige boerderijen vaak een groot verschil zit. Veel hout van de constructies is gedateerd nà de vermelding van een huis op die plaats.

Rond 1750 is een tweede ronde door de belastingambtenaren langs de boerderijen gemaakt. Alles wat na 1654 nieuw gebouwd of uitgebreid was, werd van een nieuwe waardering voorzien. Veel dateringen passen in die tweede ronde.

Er is echter ook oud hout opnieuw gebruikt. Soms is dat te zien aan oudere telmerken of aan verbindingssporen die op de huidige plaats geen betekenis hebben. In het Westersebos is hout uit de zestiende eeuw aangetroffen, in het Middendorp ook hout uit de vijftiende eeuw.

Eén conclusie is dat er rond 1630 en rond 1740 een verhoogde activiteit was in het bouwen van boerderijen. Waarom dat zo was, moet nog verder uitgezocht worden.